Voorlezen aan baby’s?
Jazeker! Misschien kun je het nog niet echt ‘voorlezen’ noemen, maar de eerste allerbelangrijkste start voor lezen wordt meteen al in het eerste jaar van een kind gemaakt.
Kruip samen met je kleine op de bank of in bed. Verwacht niet dat je een echt verhaal kunt vertellen of voorlezen, dat houdt je kindje nog niet vol. Wat ze wel kan, is kijken, leren focussen. Ook leert ze dat samen lezen fijn is, een intiem, gezellig momentje met papa of mama. Keer op keer de bladzijden omslaan, het boek omdraaien of erop knabbelen. Laat het gebeuren, en laat je kindje leiden. Zeker weten dat ze verzot raakt op boeken!
Tips voor lezen met baby’s:
* Laat je baby met het boekje doen wat het zelf wil.
* Kijk goed en wacht af wat je baby gaat doen.
* Maak contact: kijk de baby zoveel mogelijk aan, maak oogcontact.
* Laat je stem horen, en laat taal horen: praat met baby’s door met rustige bewoordingen te benoemen wat je baby doet met het boekje. Doe dit op een geruststellende en bemoedigende toon, en zeg gerust een paar keer hetzelfde
* Als je baby naar het boek kijkt, vertel je wat er te zien is, ook al begrijpt de baby nog niet wat het ziet.
* Benoem ook wat je baby nog meer doet: het kijkt ergens anders naar, wat ziet het daar?
* Doe de geluiden die je baby maakt na, en wacht tot de baby weer ‘ praat’, praat om de beurt.
* Praat over het boekje: het is een boek, lekker zacht, knispert, mooie kleurtjes, fijn om te proeven, lekker om vast te houden.
* Zing een liedje dat bij een plaatje past.
* Doe een schootspelletje dat bij het plaatje past.
* Geef het boekje terug als het uit de handjes glipt.
Tips voor lezen met een dreumes, peuter of kleuter:
* Ondersteun het boekje zodat je kindje kan bladeren en kijken. Volg wat je kindje wil doen, openmaken, dichtklappen, bladeren, omdraaien, midden in het boek beginnen. Help alleen als je kind dat wil, help niet te snel, laat je dreumes het eerst zelf proberen.
* Als de dreumes iets ontdekt op een plaatje, concentreer je je op wat er te zien is: tik met je vinger op het plaatje.
* Blijf bij het plaatje zolang je kind dat wil: ga dus niet naar een volgende pagina, maar pas je tempo aan dat van je kind aan.
* Probeer het bekijken van een plaatje te verrijken door te praten, een spelletje te doen, een rijmpje op te zeggen, een liedje te zingen.
* Staat er iets bekends in het boek, dat ook in de omgeving te zien is? Bijvoorbeeld: er ligt een appel bij ons op tafel? Waar dan? Of: ja, jij hebt ook oortjes, wijs maar aan!
* Dieren worden benoemd en geaaid. Welk geluid maken ze? Maar je kunt ook vertellen dat ze springen of rennen, of pootjes hebben die krabbelen, dat ze een neusje hebben dat kan snuffelen.
* Vragen stellen: geef niet meteen zelf antwoord, geef het kind tijd om na te denken.
* Benoem niet alleen de namen van de dingen, dieren en mensen, maar praat ook over wat er gebeurt.
* Daag je kind uit, stel niet te makkelijke vragen.
* Blijf herhalen, misschien een beetje saai voor jezelf, maar heerlijk voor je kind!
Blijf voorlezen!
Kinderen leren meestal zelf lezen in groep 3. Voor veel ouders is dat dan ook het moment om te stoppen met voorlezen. Het kind kan het immers zelf. Toch adviseer ik je door te gaan met voorlezen, zelfs aan grotere kinderen, en zeker als het kinderen zijn die niet van lezen houden.
Ga maar na: er zijn zo ontzettend veel mooie verhalen te beluisteren (voorleesboeken en prentenboeken) die een kind zelf nog niet kan lezen. Veel woorden zijn nog te moeilijk om zelf te lezen, maar het is wel goed als kinderen die woorden al een keer horen. Als een kind vaker een bepaald woord hoort, tegenkomt, gaat het vanzelf dat woord opslaan en gebruiken! Soms hebben kinderen (die al zelf kunnen lezen) toch nog even een uitleg ergens over nodig om verder te komen in het verhaal. Vooral doorgaan met voorlezen dus. Zeker ook, omdat het zo heerlijk is samen, tegen elkaar aan op de bank of waar dan ook in een boek te verdwijnen.