In 2016 is het 500 jaar geleden dat Jheronimus Bosch stierf. Aanleiding voor de stad Den Bosch om een Jeroen Bosch jaar uit te roepen. Een bijzondere tentoonstelling in het Noordbrabants Museum werd op 12 februari jl. geopend. Vele festiviteiten in de stad staan dit jaar in het teken van Jeroen. Ook is er een aantal bijzondere (jeugd-)boeken uitgegeven die alles te maken hebben met de duivelse schilder. Eén van die boeken is geschreven door Paul van Loon, door zijn Griezelbus -reeks kenner van de Andere Wereld bij uitstek.
Op zoek naar Jeroen – Bosch in zijn schilderijen
Dwars door de schilderijen van Jheronimus Bosch heen vertelt van Loon zijn verhaal. Hijzelf komt via de put op de markt terecht in de wereld van Jeroen Bosch. Vreemde wezens en raar gespuis komt hij er tegen. Nu is Van Loon kenner van de Andere Werkelijkheid, maar die wordt in zijn eigen verhalen meestal bevolkt door weerwolven, vampiers en zombies. De wereld van Bosch is andere koek. Gelukkig zijn er twee Kopvoeters (Kop en Voetje) die hem behoeden voor grootse ongelukken in de deze duistere wereld. Zal Paul Jeroen vinden?
Samen
Hoewel er veel leerlingen zijn die dit boek zelfstandig kunnen lezen, zou ik het samen doornemen. Voorlezen in de klas, of thuis. En daarna de tentoonstelling bezoeken. De prachtige platen in het boek zijn het waard om uitgebreid bij stil te staan. Daarop zijn immers al die rare wezentjes en gedrochten te zien. De vragen die de schilderijfragmenten en het verhaal oproepen worden in de tekst niet beantwoord. Met reden, zo blijkt. Op p. 66 zegt Jeroen Bosch: ‘Probeer vooral niets uit te leggen. Dat heb ik zelf ook nooit gedaan. Vertel ze gewoon wat je alleen maar wat je gezien hebt!’ En dat is precies wat Van Loon gedaan heeft.